Nee, er mag geen groepsvermenging plaatsvinden (NEN 1010), ook niet door een relaiscontact (potentiaal vrij). De norm voor rookmelders in woonhuizen (NEN 2555) schrijft zelfs voor dat de rookmelders in woonhuizen gekoppeld moeten ziin en dat deze rookmelders op 1 lichtgroep moeten zitten.


Rookmelders kunnen zowel stand-alone als gekoppeld worden toegepast. Indien meerdere rookmelders worden geplaatst in de verkeersruimten, is het raadzaam om deze onderling te koppelen. Wanneer u slaapt en de deuren gesloten zijn bestaat anders de kans dat het signaal van de verst geplaatste rookmelder niet voldoende is om u te wekken.


Een batterij gaat gemiddeld één jaar mee. Als de batterij bijna leeg is, hoort u elke minuut een hard piepsignaal. Er zijn echter ook rookmelders te koop waarvan de batterij tien jaar meegaat.


Rook is lichter dan lucht en stijgt dus op. Een ruimte wordt dan ook van boven naar onder gevuld met rook. Aan het plafond wordt de rook dus het eerste opgemerkt.


In de rookmelder zit een lichtbron. Als er rook bijkomt, wordt het licht verstoord. Dit wordt door de melder waargenomen, waarna het alarm afgaat. Als zich teveel stof ophoopt in de melder kan de lichtbron zijn werk niet meer goed doen. Daarom raden we aan de melder minimaal een keer per jaar stofvrij te maken.


Behalve het periodieke testen met de testschakelaar moet de rookmelder bovendien minimaal 1 keer per jaar met een zachte borstel en de stofzuiger worden schoon gemaakt. Maak ook het deksel schoon met een vochtige doek. Schakel voordat u met het schoonmaken begint de netspanning naar de rookmelders uit! Vergeet na het schoonmaken niet de spanning weer in te schakelen.


Koolmonoxide ontstaat door onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld in een verwarmingstoestel. Het soortelijk gewicht van koolmonoxide is bijna gelijk aan dat van lucht. Daardoor vermengt het zich met de stijgende warme lucht. In de ruimte waarin het verwarmingstoestel staat, kan de combimelder dan ook het beste aan het plafond gemonteerd worden. Voor aangrenzende ruimten gelden andere plaatsen. Voor de bepaling van de beste plaats is dus eigenlijk maatwerk nodig, maar als richtlijn kunt u het plafond aanhouden.


Voor nieuwbouw en renovatieprojecten van woonhuizen en appartementen zijn 230 Volt rookmelders verplicht.


Op elke verdieping hoort minstens één rookmelder. Hang ze in het midden van het plafond, liefst in de vluchtwegen en gangen waar de slaapkamers op uit komen. Door stoom, rook en stof kan de werking van de rookmelder worden verstoord. Hang daarom kken geen rookmelder vlakbij de keuken of badkamer, bij een ventilatoropening of mechanische ventilator, boven verwarmingstoestellen en radiatoren, in de garage en hang de rookmelder niet dichtbij lampen, houdt een afstand van minimaal 30 cm van de lamp aan.


Test de rookmelders eens per maand door +/- 20 seconden op de testschakelaar te drukken. De elektronische zoemer moet het alarmsignaal geven. U dient de rookmelder altijd na een lange periode van afwezigheid (zoals bijvoorbeeld vakantie) te testen evenals na het vervangen van de batterij of bij netgevoede batterijen bij het uitvallen van de netspanning. De rookmelder gaat na een alarm automatisch terug naar de bewakingstoestand wanneer de oorzaak van het alarm (d.w.z. de rook) helemaal verdwenen is. Als de rookmelder niet aan de eisen voldoet, moet u deze onmiddellijk laten repareren of vervangen door een erkend installateur.