Veel gestelde vragen over …

Koolmonoxide(melders)

Koolmonoxide ontstaat door onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld in een verwarmingstoestel. Het soortelijk gewicht van koolmonoxide is bijna gelijk aan dat van lucht. Daardoor vermengt het zich met de stijgende warme lucht. In de ruimte waarin het verwarmingstoestel staat, kan de combimelder dan ook het beste aan het plafond gemonteerd worden. Voor aangrenzende ruimten gelden andere plaatsen. Voor de bepaling van de beste plaats is dus eigenlijk maatwerk nodig, maar als richtlijn kunt u het plafond aanhouden.

De NVWA berichtte in juli 2015 dat veel koolmonoxidemelders niet voldoen aan de eisen. Wij hebben naar aanleiding van de berichtgeving van de NVWA onderzocht of de op onze site vermelde melders door de NVWA zijn aangeschreven. Het is van belang dat u als consument kunt vertrouwen op veiligheidsproducten. Wij hebben dan ook uit voorzorg de type melders van bedrijven waarvan wij nog geen reactie hebben ontvangen van de site verwijderd. Dit wil niet zeggen dat deze producten niet voldoen aan de eisen en geen correcte werking hebben. Na ontvangst van een positieve reactie dat zij niet door de NVWA zijn aangeschreven, zullen melders weer aan de site worden toegevoegd.

De melders die staan vermeld op deze site www.veiligeproducten.nl voldoen derhalve aan de eisen.

De koolmonoxidemelders die ernstige technische tekortkomingen hebben, mogen niet meer worden verkocht, zo meldt de NVWA. De NVWA ziet daarop ook toe. Twee producenten moeten een publiekswaarschuwing uitdoen om consumenten die hun product al hebben gekocht, te waarschuwen. Voor zover ons bekend betreft dit geen van de melders die wij op onze site hebben staan.

Wij hebben naar aanleiding van de berichtgeving van de NVWA onderzocht of de op onze site vermelde melders door de NVWA zijn aangeschreven. Het is van belang dat u als consument kunt vertrouwen op veiligheidsproducten. Wij hebben dan ook uit voorzorg de type melders van bedrijven waarvan wij nog geen reactie hebben ontvangen van de site verwijderd. Dit wil niet zeggen dat deze producten niet voldoen aan de eisen en geen correcte werking hebben. Na ontvangst van een positieve reactie dat zij niet door de NVWA zijn aangeschreven, zullen melders weer aan de site worden toegevoegd. 
De melders die staan vermeld op de site www.veiligeproducten.nl voldoen derhalve aan de eisen.

Bij de aankoop van een koolmonoxidemelder is het van belang te controleren of de melder voldoet aan de Europese eisen. Deze eisen zijn vastgelegd in een Europese norm EN 50291-1. De norm schrijft onder ander voor: het ontwerp en de wijze van fabricage, maar ook op welke wijze markeringen op de verpakking en op de melder moeten zijn aangebracht. Ook zijn er strikte voorschriften met betrekking tot de handleiding, montage en gebruikersinformatie met waarschuwingen. Op de verpakking moet dus een verwijzing staan naar deze EN 50291-1.

Er zijn koolmonoxidemelders verkrijgbaar met een certificaat op basis van de norm NEN-EN 50291-1. Dit is echter geen wettelijke verplichting. Het geeft echter wel zekerheid of u een goed product in handen hebt. Als er geen verwijzing naar de norm op de verpakking staat dan is onduidelijk of het product is getest op basis van de EN 50291 en is aanschaf te ontraden. Op deze website treft u alleen koolmonoxidemelders aan die voorzien zijn van een certificaat gebaseerd op de EN 50291.

De koolmonoxidemelders verkrijgbaar op de Nederlandse markt maken gebruik van diverse Europese testinstituten. Voorbeelden zijn BSI-KiteMark, LPCB (UK) Bosec (BE), NF (FR), VDS (D). Hoe is dit snel te controleren? Op de verpakking, maar ook op de koolmonoxidemelder zelf dient verwezen te worden naar de EN 50291 met daaronder meestal een nummer, zoals bijvoorbeeld: BS EN 50291-1. Licence No: KM…….Het makkelijkste is natuurlijk om via deze site na te gaan welke melder u wilt hebben en waar deze te koop is.

Ook in een nieuwbouwwoning kan men te maken krijgen met koolmonoxide. Ook bij een goed functionerende CV ketel met gesloten systeem, kunnen lage concentraties koolmonoxide vrij komen. Omdat juist nieuwbouwhuizen in de regel goed zijn geïsoleerd, kan het voorkomen dat er te hoge concentraties ontstaan als men de woning niet voldoende ventileert. Daarnaast kan de bron van de koolmonoxide ook bij de buren staan?! Via kruipruimtes/zolder kan de koolmonoxide zich verplaatsen naar een naastgelegen woning.

Negeer het alarm niet! 

Als het alarm een bepaald koolmonoxideniveau waarneemt gedurende een bepaalde tijd, zal het een alarmsignaal geven. Het is heel goed mogelijk dat u geen symptomen van CO-vergiftiging ondervindt als het alarm afgaat, maar dat betekent niet dat er geen CO aanwezig is in de lucht. Open de deuren en ramen om frisse lucht binnen te laten en verlaat de ruimte. Bel uw gas- of andere brandstofleverancier op hun (nood)nummer. Haal onmiddellijk medische hulp als er iemand symptomen vertoont van koolmonoxidevergiftiging (hoofdpijn en misselijkheid) en vermeld dat het waarschijnlijk om koolmonoxidevergiftiging gaat. Gebruik verbrandingstoestellen niet eerder dan nadat deze gecontroleerd zijn door een erkende installateur/onderhoudsbedrijf.

Plaats in ieder geval een melder in, of in de buurt van, elke kamer waarin een brandstof verbruikend toestel staat. Een koolmonoxidemelder is ook praktisch in de buurt van slaapkamer(s) of waar u het meeste tijd doorbrengt, zodat het alarm goed hoorbaar is en u tijdig wordt gewaarschuwd door het alarm voordat de concentratie koolmonoxide te hoog is.

De beste plaats voor een koolmonoxidemelder is minimaal 2 meter verwijderd van een mogelijk bron van onvolledige verbranding, bijv. CV-ketel, geiser, open haard, gasapparaten, e.d. om vals alarm te voorkomen. Plaats een koolmonoxidemelder voorts buiten bereik van kinderen en/of huidsdieren en minimaal 1,5 meter boven de vloer, zodat u het groene en rode lampje duidelijk kunt waarnemen. Vermijd plaatsen waar stofophoping kan plaatsvinden. 

Koolmonoxide ontstaat door onvolledige verbranding. Hierdoor komt tegelijkertijd ook warmte vrij en stijgt warme lucht op en dus is een hoger gelegen plek een betere locatie. Houdt dus minimaal een hoogte van 1,5 meter aan. Voor exacte plaatsing verwijzen wij naar de montagehandleiding die door de fabrikant van de koolmonoxidemelders wordt meegeleverd.

Koolmonoxide wordt niet door één van onze zintuigen waargenomen en ook niet door een rookmelder gedetecteerd. Daarom is het zo belangrijk om naast een rookmelder ook een CO-melder in huis te hebben die een alarm afgeeft, zodra de concentratie koolmonoxide te hoog is.


Als er sprake is van koolmonoxidevergiftiging zorg er dan voor dat slachtoffers zo snel mogelijk uit de giftige atmosfeer gebracht moeten worden, direct de frisse lucht in. Een hulpverlener moet zeer bedacht zijn op de eigen veiligheid! Bel de hulpdiensten om de juiste medische behandeling te geven. Ga als volgt te werk:

1. Waarschuw de huisgenoten

2. Zet ramen en deuren wijd open

3. Schakel (indien mogelijk) de bron uit

4. Haal het slachtoffer uit de vergiftigde ruimte en leg hem in de frisse lucht/Ga naar buiten

5. Bel 112 

Wees altijd alert op symptomen als hoofdpijn, misselijkheid, overgeven, verwarring, slaperigheid, een versnelde hartslag en vermoeidheid. Hoe groter de blootstelling, des te heviger de hoofdpijn.

Er is een aantal maatregelen die er voor zorgen dat het risico op koolmonoxidevergifitiging tot een minimum wordt beperkt. Zorg 24 uur per dag voor voldoende ventilatie in uw huis. Laat bijvoorbeeld ventilatierooster open, zodat verbrandingsgassen van de open haard of cv-ketel goed weg kunnen. Laat de schoorsteen tenminste één keer per jaar vegen, want bij een verstopt schoorsteenkanaal stromen de verbrandingsgassen rechtstreeks uw huiskamer in. Laat tevens geiser, gaskachel, cv-installatie en dergelijke jaarlijks controleren door een erkend installateur. Zorg voor koolmonoxidemelders in huis, vooral in kleine ruimtes of waar de ventilatie slecht is. Bij een te hoog percentage koolmonoxide geeft de melder een luid alarm. Volg de montagevoorschriften goed op.

Heeft uw woning een mechanisch ventilatiesysteem of een keukenafzuigkap, dan is toevoer van voldoende ventilatielucht helemaal belangrijk. Zonder voldoende toevoer bestaat namelijk het gevaar dat er onderdruk in uw woning ontstaat waardoor rookgassen uit een rookkanaal de woning in kunnen worden gezogen.

Of u nu een geiser, cv of gaskachel heeft: om het aardgas te kunnen verbranden is zuurstof nodig. Is er te weinig zuurstof, dan is de verbranding niet volledig en vormt er zich koolmonoxide. 

Wanneer moet u zich ongerust maken? De vlam in het gastoestel is oranje in plaats van blauw en hoger dan normaal en /of de vrijkomende waterdamp verdwijnt niet via de afvoer, waardoor de ramen beslaan. 

Iedereen die in een huis woont met verbrandingstoestellen (bijvoorbeeld kachel, geiser, cv, combiketel), een open haard of een garage aan het huis vast waar verbrandingsmotoren worden gestart, loopt mogelijk gevaar op koolmonoxidevergiftiging.

Kleuters, zwangere vrouwen, mensen die lijden aan een chronische hartziekte, bloedarmoede of ademhalingsproblemen hebben zijn gevoeliger voor koolstofmonoxidevergiftiging.

Koolmonoxide is een zeer giftig, reukloos en onzichtbaar gas. Blootstelling aan een lage concentratie gedurende een langere periode levert klachten op zoals hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid. Een hoge concentratie gedurende een korte periode is echter dodelijk!

Koolmonoxide wordt 250 maal sneller in het bloed opgenomen dan zuurstof. Hierdoor krijgen de vitale organen zoals hart, lever, hersenen) te weinig zuurstof. De eerste lichamelijke symptomen van een koolmonoxidevergiftiging lijken op een griepje: lichte hoofdpijn, misselijkheid, overgeven en vermoeidheid. Ook voelt u zich verward en/of slaperig en krijgt u een versnelde hartslag. Bij een hoge concentratie koolmonoxide treden er ernstige symptomen op zoals: bewusteloosheid, coma, blijvende hersenschade met mogelijk overlijden als gevolg.

Als je ademt, wordt zuurstof (O2) via de longen in het bloed gebracht. De rode bloedcellen vervoeren deze zuurstof snel naar alle organen. Als de mens CO inademt, hecht de CO zich sneller en steviger vast aan de rode bloedcellen dan zuurstof. Hierdoor kan de zuurstof zich onvoldoende binden. Gevolg is dat er onvoldoende zuurstof wordt vervoerd naar de belangrijke organen en ontstaat er een levensbedreigend zuurstoftekort!

Koolmonoxide (CO) is een kleurloos, smaakloos, reukloos en giftig gas dat ontstaat als gevolg van verbranding van bronnen zoals open haarden, kooktoestellen en boilers. Daarnaast kunnen andere situaties zorgen voor de aanwezigheid van CO in een woning, zoals gescheurde, losgekoppelde, verroeste of gecorrodeerde afvoerpijpen of een foutieve installatie van toestellen.


Blusdekens thuis

Nee! Wij adviseren de deken vooral niet uit de verpakking te halen om te controleren. Het is moeilijk om een blusdeken weer netjes terug te vouwen en nog lastiger om deze weer onbeschadigd in de verpakking terug te stoppen. Laat deken dus in de verpakking en gebruik deze alleen in geval van brand!

Gebruik de deken direct nadat de brand is ontstaan. Brandt uw (frituur)pan al langer dan 30 seconden? Een minuut/enkele minuten? Neem dan geen enkel risico en gebruik een vetbrandblusser. De olie/het vet in uw pan wordt nadat deze in brand staat steeds heter en het wordt steeds moeilijker blussen met een blusdeken.

Met een blusdeken kunnen de vlammen van een beginnende brand gedoofd worden. De deken zorgt er voor dat er geen zuurstof bij de brand kan komen. Blusdekens zijn niet geschikt voor het blussen van verder ontwikkelde branden; een blusdeken moet binnen 30 seconden na ontbranding gebruikt worden. Omdat een blusdeken alleen gebruikt kan worden in de allereerste seconden na ontstaan van de brand, kan hij nooit in de plaats komen van andere blusmiddelen, zoals brandblussers en/of brand- slanghaspels. Objecten die niet goed afgedekt kunnen worden, kunnen niet geblust worden met een blusdeken.

Ja, er is een verschil. Blusdekens zijn prima geschikt voor kleine branden, ook kleine olie- en vetbranden zijn geen probleem voor blusdekens. Frituurbranden daarentegen zouden een te hoge temperatuur kunnen hebben waardoor de blussende werking van de dekens twijfelachtig wordt. Bij twijfel geldt: niet inhalen. Gebruik voor die gevallen een brandblusser met brandklasse F.

Gebruik de deken direct nadat de brand is ontstaan. Een blusdeken is geschikt voor kleine beginnende branden tot de grootte van een voetbal en voor het doven van een in brand geraakte persoon. Neem geen enkel risico voor branden groter dan het formaat van een voetbal. Zoek een veilig heenkomen voor u en andere aanwezigen en alarmeer de brandweer. Gebruik voor frituurbranden nooit een blusdeken maar een vetbrandblusser.

Wij adviseren om de deken niet te controleren en niet uit de verpakking te halen om te controleren. Het is moeilijk om een blusdeken weer netjes terug te vouwen en nog lastiger om deze weer onbeschadigd in de verpakking terug te stoppen. Laat deken dus in de verpakking en gebruik deze alleen in geval van brand!

Een blusdeken blijft zeker enkele jaren goed. Op de dekens die wij hebben gecontroleerd is daar op dit moment weinig informatie over terug te vinden. Navraag bij leveranciers leert ons dat dekens ten minste 5 jaar goed blijven. 

Blusdekens zijn prima bruikbaar voor kleine beginnende branden en voor het doven van een in brand geraakte persoon. Voor het blussen van frituurbranden zijn blusdekens echter niet geschikt. Een goed alternatief voor frituurbranden is een vetblusser (brandklasse F). Kijk hier voor een goede vetblusser.

Het advies van VEBON-NOVB is niet meer te letten op de vermelding BS EN 1869. Onderzoeken tonen inmiddels aan dat een beroep op het voldoen aan de norm EN 1869 geen enkele zekerheid oplevert dat de blusdeken veilig te gebruiken is voor het blussen van frituurbranden. Een blusdeken kan vele kleine branden doven, maar frituurbranden zijn teveel gevraagd voor een blusdeken. VEBON heeft leveranciers dan ook voorgeschreven deze vermelding te verwijderen. Op de reeds op de markt gebrachte blusdekens is de vermelding nog wel te zien. Leveranciers zullen deze blusdekens voorzien van een waarschuwingssticker dat een blusdeken niet geschikt is voor frituurbranden. Nieuwe dekens zullen deze vermelding niet meer hebben.

BS EN 1869 is de Engelse versie van de NEN-EN 1869. Het feit dat dit op uw deken staat betekent niet dat deze ook direct voldoet aan die norm. Dat is wel gebleken uit het onderzoek van de Voedsel- en Warenautoriteit in december 2013. VEBON-NOVB acht het van belang dat blusdekens getest worden om aan te tonen dat ze ook daadwerkelijk voldoen aan de NEN-EN 1869. Om dat aan te tonen is een certificaat of een testrapport van belang.

Voor blusdekens is geen goede herkenbare uiting beschikbaar. Vraag de leverancier daarom altijd naar een testrapport van een onafhankelijk testhuis. Voor meer informatie kijk op www.veiligeproducten.nl.

Wanneer je een blusdeken om die persoon heenslaat, is het vuur snel gedoofd aangezien zuurstof aan de brand wordt onttrokken. Zorg dus dat de deken nauw om de persoon sluit.

Belangrijk: Begin de zuurstof te verdrijven van boven (de nek) naar beneden (de benen)! Hierdoor worden de negatieve effecten van een “schoorsteenwerking” zoveel mogelijk voorkomen.

Met een blusdeken kunnen de vlammen van een beginnende brand gedoofd worden. De deken zorgt er voor dat er geen zuurstof bij de brand kan komen. Blusdekens zijn niet geschikt voor het blussen van frituurbranden. Ook zijn blusdekens niet geschikt voor ontwikkelde grotere branden; een blusdeken moet zo snel mogelijk na het onstaan van de brand toegepast worden.

Omdat een blusdeken alleen gebruikt kan worden in de eerste seconden na ontstaan van de brand, kan hij nooit in de plaats komen van andere blusmiddelen, zoals brandblussers en/of brandslanghaspels. Verder geldt dat objecten die niet goed afgedekt kunnen worden, niet gedooft kunnen worden met een blusdeken. Dit geldt voor objecten die te groot zijn of objecten met een vorm die lastig met een blusdeken te omsluiten zijn.

Veel branden ontstaan in de keuken tijdens het bereiden van eten. Ook een nagloeiende of brandende lucifer in de vuilnisbak kan brand veroorzaken. Met een blusdeken kunnen onder andere brandende vuilnisbakken en kleding van een in brand geraakte persoon eenvoudig en veilig worden afgedekt en gedoofd. De deken zorgt er voor dat er geen zuurstof bij de brand kan komen.

Blusdekens zijn niet geschikt voor het blussen van verder ontwikkelde branden; een blusdeken moet binnen 30 seconden na ontbranding gebruikt worden. Omdat een blusdeken alleen gebruikt kan worden in de allereerste seconden na ontstaan van de brand, kan hij nooit in de plaats komen van andere blusmiddelen, zoals brandblussers en/of brand- slanghaspels. Objecten die niet goed afgedekt kunnen worden, kunnen niet geblust worden met een blusdeken.

Voor het blussen van frituurbranden is de blusdeken niet geschikt!



Een goede blusdeken is gemaakt van onbrandbaar materiaal, wat zoveel inhoudt dat een blusdeken is gemaakt van materiaal dat niet of erg moeilijk in brand kan vliegen. Je kan een blusdeken goed gebruiken om een kleine (keuken)brand te blussen of wanneer iemands kleding in de brand staat. Wanneer je een blusdeken om die persoon heenslaat is het vuur namelijk snel gedoofd aangezien zuurstof aan de brand wordt onttrokken. Zorg dus dat de deken nauw om de persoon sluit.
Belangrijk: Begin de zuurstof te verdrijven van boven (de nek) naar beneden (de benen)! Hierdoor wordt “schoorsteenwerking” zoveel mogelijk voorkomen!

Ja! Een vetbrandblusser is een goed en veilig alternatief voor een blusdeken. Het bijkomende voordeel van een vetbrandblusser is dat je de brand van enige afstand kunt blussen. Dit voorkomt de kans op aanraking en verbranding. Als er een passende deksel onder handbereik is, is ook dat een goed alternatief. 


Blusdekens onderweg

Nee! Wij adviseren de deken vooral niet uit de verpakking te halen om te controleren. Het is moeilijk om een blusdeken weer netjes terug te vouwen en nog lastiger om deze weer onbeschadigd in de verpakking terug te stoppen. Laat deken dus in de verpakking en gebruik deze alleen in geval van brand!

Met een blusdeken kunnen de vlammen van een beginnende brand gedoofd worden. De deken zorgt er voor dat er geen zuurstof bij de brand kan komen. Blusdekens zijn niet geschikt voor het blussen van verder ontwikkelde branden; een blusdeken moet binnen 30 seconden na ontbranding gebruikt worden. Omdat een blusdeken alleen gebruikt kan worden in de allereerste seconden na ontstaan van de brand, kan hij nooit in de plaats komen van andere blusmiddelen, zoals brandblussers en/of brand- slanghaspels. Objecten die niet goed afgedekt kunnen worden, kunnen niet geblust worden met een blusdeken.

Ja, er is een verschil. Blusdekens zijn prima geschikt voor kleine branden, ook kleine olie- en vetbranden zijn geen probleem voor blusdekens. Frituurbranden daarentegen zouden een te hoge temperatuur kunnen hebben waardoor de blussende werking van de dekens twijfelachtig wordt. Bij twijfel geldt: niet inhalen. Gebruik voor die gevallen een brandblusser met brandklasse F.

Gebruik de deken direct nadat de brand is ontstaan. Een blusdeken is geschikt voor kleine beginnende branden tot de grootte van een voetbal en voor het doven van een in brand geraakte persoon. Neem geen enkel risico voor branden groter dan het formaat van een voetbal. Zoek een veilig heenkomen voor u en andere aanwezigen en alarmeer de brandweer. Gebruik voor frituurbranden nooit een blusdeken maar een vetbrandblusser.

Wij adviseren om de deken niet te controleren en niet uit de verpakking te halen om te controleren. Het is moeilijk om een blusdeken weer netjes terug te vouwen en nog lastiger om deze weer onbeschadigd in de verpakking terug te stoppen. Laat deken dus in de verpakking en gebruik deze alleen in geval van brand!

Een blusdeken blijft zeker enkele jaren goed. Op de dekens die wij hebben gecontroleerd is daar op dit moment weinig informatie over terug te vinden. Navraag bij leveranciers leert ons dat dekens ten minste 5 jaar goed blijven. 

Blusdekens zijn prima bruikbaar voor kleine beginnende branden en voor het doven van een in brand geraakte persoon. Voor het blussen van frituurbranden zijn blusdekens echter niet geschikt. Een goed alternatief voor frituurbranden is een vetblusser (brandklasse F). Kijk hier voor een goede vetblusser.

Het advies van VEBON-NOVB is niet meer te letten op de vermelding BS EN 1869. Onderzoeken tonen inmiddels aan dat een beroep op het voldoen aan de norm EN 1869 geen enkele zekerheid oplevert dat de blusdeken veilig te gebruiken is voor het blussen van frituurbranden. Een blusdeken kan vele kleine branden doven, maar frituurbranden zijn teveel gevraagd voor een blusdeken. VEBON heeft leveranciers dan ook voorgeschreven deze vermelding te verwijderen. Op de reeds op de markt gebrachte blusdekens is de vermelding nog wel te zien. Leveranciers zullen deze blusdekens voorzien van een waarschuwingssticker dat een blusdeken niet geschikt is voor frituurbranden. Nieuwe dekens zullen deze vermelding niet meer hebben.

BS EN 1869 is de Engelse versie van de NEN-EN 1869. Het feit dat dit op uw deken staat betekent niet dat deze ook direct voldoet aan die norm. Dat is wel gebleken uit het onderzoek van de Voedsel- en Warenautoriteit in december 2013. VEBON-NOVB acht het van belang dat blusdekens getest worden om aan te tonen dat ze ook daadwerkelijk voldoen aan de NEN-EN 1869. Om dat aan te tonen is een certificaat of een testrapport van belang.

Voor blusdekens is geen goede herkenbare uiting beschikbaar. Vraag de leverancier daarom altijd naar een testrapport van een onafhankelijk testhuis. Voor meer informatie kijk op www.veiligeproducten.nl.

Wanneer je een blusdeken om die persoon heenslaat, is het vuur snel gedoofd aangezien zuurstof aan de brand wordt onttrokken. Zorg dus dat de deken nauw om de persoon sluit.

Belangrijk: Begin de zuurstof te verdrijven van boven (de nek) naar beneden (de benen)! Hierdoor worden de negatieve effecten van een “schoorsteenwerking” zoveel mogelijk voorkomen.

Met een blusdeken kunnen de vlammen van een beginnende brand gedoofd worden. De deken zorgt er voor dat er geen zuurstof bij de brand kan komen. Blusdekens zijn niet geschikt voor het blussen van frituurbranden. Ook zijn blusdekens niet geschikt voor ontwikkelde grotere branden; een blusdeken moet zo snel mogelijk na het onstaan van de brand toegepast worden.

Omdat een blusdeken alleen gebruikt kan worden in de eerste seconden na ontstaan van de brand, kan hij nooit in de plaats komen van andere blusmiddelen, zoals brandblussers en/of brandslanghaspels. Verder geldt dat objecten die niet goed afgedekt kunnen worden, niet gedooft kunnen worden met een blusdeken. Dit geldt voor objecten die te groot zijn of objecten met een vorm die lastig met een blusdeken te omsluiten zijn.

Een goede blusdeken is gemaakt van onbrandbaar materiaal, wat zoveel inhoudt dat een blusdeken is gemaakt van materiaal dat niet of erg moeilijk in brand kan vliegen. Je kan een blusdeken goed gebruiken om een kleine (keuken)brand te blussen of wanneer iemands kleding in de brand staat. Wanneer je een blusdeken om die persoon heenslaat is het vuur namelijk snel gedoofd aangezien zuurstof aan de brand wordt onttrokken. Zorg dus dat de deken nauw om de persoon sluit.
Belangrijk: Begin de zuurstof te verdrijven van boven (de nek) naar beneden (de benen)! Hierdoor wordt “schoorsteenwerking” zoveel mogelijk voorkomen!


Rookmelders

Nee, er mag geen groepsvermenging plaatsvinden (NEN 1010), ook niet door een relaiscontact (potentiaal vrij). De norm voor rookmelders in woonhuizen (NEN 2555) schrijft zelfs voor dat de rookmelders in woonhuizen gekoppeld moeten ziin en dat deze rookmelders op 1 lichtgroep moeten zitten.

Rookmelders kunnen zowel stand-alone als gekoppeld worden toegepast. Indien meerdere rookmelders worden geplaatst in de verkeersruimten, is het raadzaam om deze onderling te koppelen. Wanneer u slaapt en de deuren gesloten zijn bestaat anders de kans dat het signaal van de verst geplaatste rookmelder niet voldoende is om u te wekken.

Een batterij gaat gemiddeld één jaar mee. Als de batterij bijna leeg is, hoort u elke minuut een hard piepsignaal. Er zijn echter ook rookmelders te koop waarvan de batterij tien jaar meegaat.

Rook is lichter dan lucht en stijgt dus op. Een ruimte wordt dan ook van boven naar onder gevuld met rook. Aan het plafond wordt de rook dus het eerste opgemerkt.

In de rookmelder zit een lichtbron. Als er rook bijkomt, wordt het licht verstoord. Dit wordt door de melder waargenomen, waarna het alarm afgaat. Als zich teveel stof ophoopt in de melder kan de lichtbron zijn werk niet meer goed doen. Daarom raden we aan de melder minimaal een keer per jaar stofvrij te maken.

Behalve het periodieke testen met de testschakelaar moet de rookmelder bovendien minimaal 1 keer per jaar met een zachte borstel en de stofzuiger worden schoon gemaakt. Maak ook het deksel schoon met een vochtige doek. Schakel voordat u met het schoonmaken begint de netspanning naar de rookmelders uit! Vergeet na het schoonmaken niet de spanning weer in te schakelen.

Koolmonoxide ontstaat door onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld in een verwarmingstoestel. Het soortelijk gewicht van koolmonoxide is bijna gelijk aan dat van lucht. Daardoor vermengt het zich met de stijgende warme lucht. In de ruimte waarin het verwarmingstoestel staat, kan de combimelder dan ook het beste aan het plafond gemonteerd worden. Voor aangrenzende ruimten gelden andere plaatsen. Voor de bepaling van de beste plaats is dus eigenlijk maatwerk nodig, maar als richtlijn kunt u het plafond aanhouden.

Voor nieuwbouw en renovatieprojecten van woonhuizen en appartementen zijn 230 Volt rookmelders verplicht.

Op elke verdieping hoort minstens één rookmelder. Hang ze in het midden van het plafond, liefst in de vluchtwegen en gangen waar de slaapkamers op uit komen. Door stoom, rook en stof kan de werking van de rookmelder worden verstoord. Hang daarom kken geen rookmelder vlakbij de keuken of badkamer, bij een ventilatoropening of mechanische ventilator, boven verwarmingstoestellen en radiatoren, in de garage en hang de rookmelder niet dichtbij lampen, houdt een afstand van minimaal 30 cm van de lamp aan.

Test de rookmelders eens per maand door +/- 20 seconden op de testschakelaar te drukken. De elektronische zoemer moet het alarmsignaal geven. U dient de rookmelder altijd na een lange periode van afwezigheid (zoals bijvoorbeeld vakantie) te testen evenals na het vervangen van de batterij of bij netgevoede batterijen bij het uitvallen van de netspanning. De rookmelder gaat na een alarm automatisch terug naar de bewakingstoestand wanneer de oorzaak van het alarm (d.w.z. de rook) helemaal verdwenen is. Als de rookmelder niet aan de eisen voldoet, moet u deze onmiddellijk laten repareren of vervangen door een erkend installateur.

Het meest gangbare type rookmelder is de optische melder. Deze melder maakt gebruik van een lichtgevoelige cel, die de rook waarneemt. Er bestaan ook combimelders: dit zijn rookmelders gecombineerd met een koolmonoxidemelder (CO). 
Er zijn 230 Volt optische rookmelders en batterij gevoede optische rookmelders. Voor nieuwbouw en renovatieprojecten van woonhuizen en appartementen zijn 230 Volt rookmelders verplicht. Plaatst u meerdere rookmelders? Gebruik dan het liefst rookmelders die u met elkaar kunt verbinden. Gaat er één melder af, dan gaan de andere ook.

De meeste slachtoffers bij brand vallen door het inademen van rook. Als u slaapt, ruikt u niets. U wordt dus niet wakker van de rooklucht. En doordat de rook veel giftige gassen bevat, raakt u al snel in een diepe bewusteloosheid. Vaak al binnen enkele minuten! Rookmelders zijn dus echt van levensbelang.


Vetbrandblussers

Gebruik de deken direct nadat de brand is ontstaan. Brandt uw (frituur)pan al langer dan 30 seconden? Een minuut/enkele minuten? Neem dan geen enkel risico en gebruik een vetbrandblusser. De olie/het vet in uw pan wordt nadat deze in brand staat steeds heter en het wordt steeds moeilijker blussen met een blusdeken.

Klasse A geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van vaste stoffen, zoals hout, papier, textiel enz.

Klasse B geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van vloeistoffen en vloeibaar wordende stoffen, zoals benzine enz.


Klasse C geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van gassen, zoals butaan, propaan en aardgas.

Let wel! Bij het blussen van gassen dient u daarna de gastoevoer af te sluiten, anders krijgt u een gaswolk, die naderhand bij een ontstekingsbron kan exploderen.

Klasse D geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van brandbare metalen.


Klasse E Elektrische brand: Dit is eigenlijk een klasse A/B brand. er ontstaan giftige gassen, niet blussen met water of schuim. Indien mogelijk: uitschakelen elektriciteit. Wel blussen met CO2 of poeder.


Klasse F geeft aan dat het blusmiddel geschikt is voor het blussen van zeer hete oliën en vetten. Men moet dan denken aan bijvoorbeeld frituurpannen e.d.

Onder een brandklasse verstaat men een groep van gelijksoortige branden geordend naar de aard van de brandende stoffen. Dit is in het bijzonder van belang voor de bestrijding van een branden met een brandblusser. De brandklasse wordt door middel van een pictogram en de desbetreffende letter op de brandblusser weergegeven.

Onderhoud is niet wettelijk verplicht. Uw bent in uw eigen huis zelf verantwoordelijk voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van huisgenoten en bezoekers. Het is belangrijk dat een brandblusser het doet als het nodig is. Wij adviseren daarom dat uw uw brandblusser laat onderhouden volgens de voorschriften van uw leverancier.

De meeste brandblussers kunnen jaren mee, maar hebben wel periodiek onderhoud nodig. Dit geldt ook voor de vetbrandblusser. Periodiek onderhoud is noodzakelijk om zeker te stellen dat de blusser het doet op het moment dat het nodig is. Raadpleeg de leverancier om erachter te komen wanneer en door wie u de blusser moet laten onderhouden. 


Er ontstaat nog wel eens verwarring over het advies een vetbrandblusser of een passende deksel te gebruiken. Een frituurbrand is een brand met temperaturen van 350 graden Celsius of meer. Het gaat dan niet over een vlam in de pan. Het advies om met een deksel te blussen is prima, maar veronderstelt de aanwezigheid van een passende deksel. Dat is nu vaak niet het geval. Als u gaat frituren, zorg dan dat er altijd een passende deksel klaar ligt! 
Het nadeel bij het gebruik van een deksel is dat het brandende vet in de pan redelijk dicht moet worden genaderd met mogelijk (lichte) brandwonden tot gevolg. branden in de woning en dus toepasbaar voor meerdere type branden.

Ja! Een vetbrandblusser is een goed en veilig alternatief voor een blusdeken. Het bijkomende voordeel van een vetbrandblusser is dat je de brand van enige afstand kunt blussen. Dit voorkomt de kans op aanraking en verbranding. Als er een passende deksel onder handbereik is, is ook dat een goed alternatief. 

Een vetbrandblusser is eenvoudig in het gebruik en geschikt voor het blussen van olie- en vetbranden. Dit kunt u op de blusser zelf terug vinden door de aanduiding “F”.

Dergelijke blussers hebben meestal nog meer aanduidingen, te weten klasse “A” en klasse “B”. 

Klasse A staat voor het blussen van vaste stoffen.
Klasse B staat voor het blussen van vloeistoffen.
Brandblussers met een aanduiding A, B, F zijn breed inzetbaar en geschikt voor alle brand in en rondom het huis.

Let er bij aanschaf van een vetblusser dus op dat deze geschikt is voor olie- en vetbranden en dus F-Klasse heeft!